Het stoplicht. Het geeft een heel duidelijke instructie die we allemaal begrijpen: rood=stoppen, oranje=proberen te stoppen en groen=doorgaan. Heel veel coaches, begeleiders en leerkrachten werken ook met een stoplicht met min of meer dezelfde boodschap. Als de geluidmeter in de klas op rood gaat, moeten de leerlingen stoppen met praten.
Ik gebruik het stoplicht graag ter verduidelijking van de mentale toestand van iemand. Als iemand zich groen voelt, gaat het goed met hem en als het rood is, zijn alle stoppen doorgeslagen. Dan gaat het niet alleen niet goed met deze persoon, maar dan zit zijn hoofd zo vol dat hij ook nieuwe informatie er niet meer bij kan hebben.
Een tijdje terug begeleidde ik D. een jongen van 9 jaar. Bij hem was dit zo duidelijk zichtbaar. Als hij 'op rood' ging, wilde hij alleen maar vluchten, zowel mentaal als fysiek. Iedereen die hem daarin hinderde moest het dan ontgelden. Mama kreeg een harde schop, omdat ze in de deuropening stond, zus werd hardhandig aan de kant geduwd. Op school was hij minder agressief, maar hij vluchtte wel naar buiten en verstopte zich, ook buiten het schoolterrein. Niet handig als je (als school) verantwoordelijk voor je leerling bent.
Maar hoe kan je dan reageren op zo'n heftige jongen? Als je je realiseert dat die jongen in deze fase in een volledige paniek is en gewoon weg wil van deze wereld en alle geluiden, geuren en kleuren, dan begrijp je ook dat op hem roepen in ieder geval zinloos is. Ook dreigen of hardhandig vastpakken werken niet, maar zullen hem nog verder in het rode jagen. Bedenk dat bij een 'explosie' of 'meltdown' wat deze rode fase eigenlijk is, de emotionele leeftijd heel ver terug valt (vaak naar baby of peuterleeftijd). Op het moment dat deze jongen vluchtte had hij vooral nood aan veiligheid en duidelijkheid.