Het stoplicht staat op... ROOD!

Mirjam Goos • sep. 07, 2019
Het stoplicht staat op...  ROOD!
Het stoplicht. Het geeft een heel duidelijke instructie die we allemaal begrijpen: rood=stoppen, oranje=proberen te stoppen en groen=doorgaan. Heel veel coaches, begeleiders en leerkrachten werken ook met een stoplicht met min of meer dezelfde boodschap. Als de geluidmeter in de klas op rood gaat, moeten de leerlingen stoppen met praten.

Ik gebruik het stoplicht graag ter verduidelijking van de mentale toestand van iemand. Als iemand zich groen voelt, gaat het goed met hem en als het rood is, zijn alle stoppen doorgeslagen. Dan gaat het niet alleen niet goed met deze persoon, maar dan zit zijn hoofd zo vol dat hij ook nieuwe informatie er niet meer bij kan hebben. 

Een tijdje terug begeleidde ik D. een jongen van 9 jaar. Bij hem was dit zo duidelijk zichtbaar. Als hij 'op rood' ging, wilde hij alleen maar vluchten, zowel mentaal als fysiek. Iedereen die hem daarin hinderde moest het dan ontgelden. Mama kreeg een harde schop, omdat ze in de deuropening stond, zus werd hardhandig aan de kant geduwd. Op school was hij minder agressief, maar hij vluchtte wel naar buiten en verstopte zich, ook buiten het schoolterrein. Niet handig als je (als school) verantwoordelijk voor je leerling bent.

Maar hoe kan je dan reageren op zo'n heftige jongen? Als je je realiseert dat die jongen in deze fase in een volledige paniek is en gewoon weg wil van deze wereld en alle geluiden, geuren en kleuren, dan begrijp je ook dat op hem roepen in ieder geval zinloos is. Ook dreigen of hardhandig vastpakken werken niet, maar zullen hem nog verder in het rode jagen. Bedenk dat bij een 'explosie' of 'meltdown' wat deze rode fase eigenlijk is, de emotionele leeftijd heel ver terug valt (vaak naar baby of peuterleeftijd). Op het moment dat deze jongen vluchtte had hij vooral nood aan veiligheid en duidelijkheid. 


Veiligheid konden we hem bieden door vriendelijk te blijven, ook al was hij onbeleefd. Of soms een hand op zijn schouder; niet begrenzend, wel geruststellend. De duidelijkheid was te vinden in de afspraken, die we met hem konden maken als hij rustig (=groen) was. Zo was er een duidelijke afspraak over hoe ver en waar hij heen mocht vluchten buiten: niet van de speelplaats af, liefst bij zijn favoriete boom. Als hij zich aan die afspraak kon houden, zou de leerkracht en de school hem even met rust laten. D. zou dan zelf na 5-10 minuten terug komen naar de klas of naar de zorgjuf. Een tweede afspraak was dat hij moest luisteren naar de juf. Zou hij zich daar niet aan houden, dan zou hij per gebroken afspraak een speeltijd binnen moeten zitten in de zorgklas.

Ik hou echt van deze manier van werken! Je geeft het kind ruimte en eigen verantwoordelijkheid binnen de mogelijkheden die hij heeft. Maar gemakkelijk is het natuurlijk niet. De jongen had uit ervaringen geleerd dat fysieke agressie hem ruimte geeft en aan de andere kant vraagt het ook van de school wel heel veel discipline, want dit werkt alleen als het zeer consequent wordt toegepast en vanaf het begin ook zo wordt benoemd. Gelukkig had D. een zeer lieve en strikte juf die dit ondanks haar grote klas aankon. Ook de school (directie en zorgjuf) zetten zich achter de afspraken. 

Natuurlijk ging dit niet vanaf de eerste keer helemaal perfect, maar na een week of 2 had D. zijn rust gevonden in die afspraken en accepteerde hij het ook zonder meer als hij moest binnenblijven tijdens de speeltijden. Want dat was immers zo afgesproken.

(met dank aan een geweldige school en schoolteam!)

Delen

Share by: